Cederbomen zijn leden van het geslacht Cedrus, dat deel uitmaakt van de Pinaceae of dennenfamilie. Er zijn vier cedersoorten. De bomen zijn tweehuizig, wat betekent dat mannelijke en vrouwelijke bloemen, die in feite kegelachtige structuren zijn, aan dezelfde boom voorkomen. De levenscyclus begint met deze kegels.
Het naaldachtige gebladerte van de ceder komt voor in kransen of sprays.Bestuiving
De levenscyclus begint in de periode waarin mannelijke katjes, of kegelachtige bloemen, hoeveelheden stuifmeel afwerpen. Luchtstromen dragen het stuifmeel naar vrouwelijke kegels, waar bevruchting plaatsvindt. De zaden in de kegels rijpen in 17 of 18 maanden, waarna de zaden worden verspreid.
Groei
Zaailingen ontkiemen snel. De groeisnelheid is afhankelijk van de soort, de locatie en het klimaat, maar ten minste één soort, Cedrus deodora of Himalaya-ceder, groeit ongeveer 3 voet per jaar als hij jong is.
Rijpheid
Planten zijn volwassen wanneer ze mannelijke en vrouwelijke kegels beginnen te dragen, wat 5 jaar of langer kan duren. De groeisnelheid vertraagt naarmate de bomen ouder worden, maar ceders kunnen na 30 of 40 jaar 40 tot 70 voet lang worden en uiteindelijk meer dan 100 voet lang worden.
Levensduur
De levensduur in ceders is afhankelijk van de locatie, omgevingsstress en tal van andere factoren. Naar verluidt zijn er naar verluidt oude exemplaren waarvan de ceder van Libanon (Cedrus libani) naar schatting 2000 jaar oud is.